Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Met de dood voor ogen

woensdag 20 december 23, 19:22

Zojuist waren we even op bezoek bij onze huisbazin om eindelijk het verlengde huurcontract te tekenen. Dat contract was al halverwege juni afgelopen, maar de relatie met onze huiseigenaar is zo goed dat we beiden het contract als een pure formaliteit zien.

Uiteraard was de oorlog met Hamas na het zetten van de formele handtekeningen hét gespreksonderwerp. Onze huiseigenaar is momenteel druk bezig om dingen te regelen voor de soldaten. Zoals zoveel Israëli’s die voedsel en nuttige spullen inzamelen e.d. Ons aandeel beperkt zich tot het overmaken van geld naar goede doelen, zoals Keren Hayesod (de partnerorganisatie van de Israelactie).

Lea (niet haar echte naam) liet ons de grote wandfoto zien waarop haar hele gezin met aanhang staat. Haar man en zij hebben vier kinderen. Die zijn allen getrouwd en hebben op hun beurt drie of vier kinderen. Die komen allemaal eens per veertien dagen op vrijdagavond eten. Met twee honden. Ze kunnen met gemak zo’n uitgebreid gezelschap ontvangen, want ze beschikken over een ruim huis met zwembad, net buiten Ra’anana.

Zo’n groot gezelschap hebben wij met ons gezin niet bijna elke vrijdag in huis. In ons geval gaat het om twee dochters, mannen en bij elkaar vier kleinkinderen. En ook twee honden. Als onze dochter met haar gezin uit Spanje over is, past het allemaal net in ons huis.

Lea vertelde dat zij momenteel drie kleinkinderen in het leger heeft. De ene kleinzoon maakt onderdeel uit van de Golani, een infanterie-eenheid met een grote reputatie. Hij had zijn pols gebroken vlak voor het plotselinge uitbreken van de oorlog. Tot zijn intense spijt kon hij daarom niet Gaza in, waarom oma L. eigenlijk alleen maar heel blij om is. Ze vertelde dat hij nu de ene na de andere lewaja (begrafenis) moet meemaken, want veel van zijn kameraden zijn gesneuveld. Zij hebben met hun leven het hoogste gegeven.

De andere kleinzoon, die al wat ouder is, traint soldaten en is om die reden niet actief in Gaza. Dan is er nog een kleindochter. Die heeft een allergieprobleem waardoor ze speciaal voedsel moet eten. Dat kunnen ze niet garanderen voor de troepen in Gaza en daarom is ze vrijgesteld van de grondoorlog.

Ooit was ik nep-infanterist in het Nederlandse leger. Het grootste deel van mijn dienstplicht heb ik vervuld bij de Inspectie van de Infanterie in het ambtelijke Den Haag waar ik geen geweer heb gezien. Tijdens de basisopleiding heb ik een heel klein beetje meegemaakt wat het leven van een infanterist inhoudt. In de verste verte niet wat Israëlische infanteristen in Gaza doormaken.

Onlangs zag ik een video langskomen van hoe het toegaat tijdens de gevechten in Gaza. Doodeng. Hamasstrijders (beter gezegd terroristen) kunnen overal opduiken. Ze zitten verscholen in (zieken)huizen, duiken opeens op in steegjes of uit tunnels. De Israëlische soldaten opereren met de dood voor ogen. En dat doen ze voor ons, burgers van het Joodse land.