Deze website maakt
bekijk onze algemene voorwaardenLouis Polack
Een rasechte Rotterdammer en een succesvol ondernemer, dat is Louis Polack (1941). Een deel van zijn geld besteedt hij graag aan projecten van Israëlactie. Ook een deel van zijn erfenis heeft hij voor Israëlactie bestemd.
Voor Israël, nu en later. Ik gun jongeren in Israël wat ik zelf ook heb gehad. Kansen om iets op te bouwen. Ik ben ooit begonnen als inkoper in de scheepsbouw en heb later een carrière opgebouwd als verkoopleider in de ovenbouw. Samen met een collega die ik bij mijn oude werkgever had ontmoet, ben ik voor mezelf begonnen. Een sprong in het diepe. Nu zijn we 39 jaar verder en een grote speler in vuurvaste ovenbouwbekledingen tot 1800 graden Celsius. Van een kleine vestiging in Rotterdam groeiden we uit tot een bedrijf met vestigingen in Europa en Azië. Officieel ben ik met pensioen, maar één keer per maand ben ik toch nog op het bedrijf. Ik kan nog niet helemaal zonder. Daarnaast doe ik vrijwilligerswerk voor de Joodse gemeenschap in Nederland.”
Oormerken
“Directe erfgenamen heb ik niet. Wel neven en nichten in Amerika, met hen gaat het gelukkig goed. Zij hebben geen extra geld nodig. Daarom heb ik Israëlactie in mijn testament opgenomen. Israëlactie regelt mijn nalatenschap en zorgt ervoor dat ik netjes word begraven. Mijn giften zijn geoormerkt. Met ‘mijn’ projecten richt ik me op kwetsbare jongeren en overlevenden van de Holocaust, twee groepen die in Israël helaas laag op de prioriteitenlijst staan, maar voor Israëlactie belangrijke doelgroepen vormen.”
Broodnodig
“Israël is een welvarend land, tegelijkertijd heerst er veel armoede. De kosten voor defensie zijn helaas hoog en andere posten komen in het gedrang. Niet alles in Israël gaat even goed. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. Het aantal kansarme jongeren neemt toe, dat zijn er nu zo’n 475.000. Vijftig procent komt uit arme immigrantenfamilies. Een jeugddorp als Kiryat Ye’arim, vlakbij Jeruzalem, biedt een thuis voor ongeveer 120 risicojongeren. Een interdisciplinair team van professionals begeleidt de jongeren en leert ze eigenwaarde te ontwikkelen. Zo leggen ze een stabiele basis voor een goede toekomst en bieden ze kansen om een vakdiploma voortgezet onderwijs te halen. En dat werkt. Bijna negentig procent van deze kinderen vindt aansluiting op gewone scholen. Ze scoren hoger dan gemiddeld en gaan succesvol het leger in. Die militaire carrière is van groot belang voor hun kansen in de Israëlische maatschappij.”
Iedereen
“De projecten zijn toegankelijk voor alle inwoners van Israël: Joden, Palestijnen en anderen. Dat vind ik belangrijk, diversiteit is mooi. Ik ben een groot liefhebber van Verhalenhuis Belvédère in Rotterdam. Dat wil mensen en gemeenschappen zichtbaar maken door middel van kunst, cultuur en persoonlijke verhalen. In een maatschappij moet plaats zijn voor iedereen. In Rotterdam, in Nederland en in Israël. Als ondernemer met vestigingen in landen in en buiten Europa heb ik die diversiteit, die verschillende culturen leren waarderen. Alle collega’s in die landen hebben bijgedragen aan ons bedrijfssucces. Dat ze in Portugal bijvoorbeeld wat rustiger aan doen, deed daar geen afbreuk aan. Azië is helemaal een andere wereld. Maar samen doen we het uitstekend.
Ik ben een tevreden en gelukkig mens en ik draag graag mijn steentje bij aan het geluk van anderen. Door mijn erfenis deels voor Israëlactie te bestemmen, zorg ik voor een duurzame bijdrage aan belangrijke projecten in Israël. Een bijdrage die zelfs na mijn afscheid van deze wereld doorgaat. Ik ben blij dat ik dat heb kunnen realiseren.”
Abby Israëls
Ik heb het volste vertrouwen in Israëlactie. Ik weet dat mijn geld naar een goed doel gaat. Naar welk project precies, dat maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Kies maar wat moois, zou ik zeggen.
“Het gaat in Israël economisch weliswaar goed, maar toch zijn er veel mensen die in armoede leven. Vooral mensen afkomstig uit oriëntaalse landen. Ik weet dat Israëlactie-projecten ‘inclusief’ zijn, ik bedoel dat ze ten goede komen aan alle bevolkingsgroepen in Israël. Dat vind ik belangrijk, net als de wetenschap dat het projecten zijn binnen de groene lijn. Het idee dat Israëlactie, samen met Keren Hayesod, de projecten kiest, is geruststellend. Ik heb wel eens mijn bedenkingen bij de Israëlische politiek, vooral ten aanzien van de bezette gebieden en ontwikkelingen als het ondermijnen van de rechterlijke macht, maar dat doet niets af aan mijn band met het land.”
Israël is voor Abby Israëls een vanzelfsprekend onderdeel van zijn Joodse identiteit. Tijdens Pesach of andere Joodse feestdagen is hij er vaak te vinden. “Matzes eten in een hotel in Israël is beter dan in een bedrijfskantine.” Vaak eet hij met vrienden. Oude vrienden uit zijn Bne Akiwa-tijd die in de jaren zeventig op alija gingen, de stap maakten om naar Israël te emigreren. Op alija gaan is er voor hem nooit van gekomen. Niet dat hij er nooit aan heeft gedacht. “Er is altijd een gevoel van gemis, Joods leven in Israël is makkelijker. Maar ik heb mijn bezigheden hier. Ik ben alleen, dan is Nederland toch weer makkelijker.” Uiteindelijk voelt hij zich in Nederland goed thuis. Antisemitisme heeft hij zelden ondervonden. Joods leven in seculier Nederland bevalt hem nog steeds goed.
Abby Israëls groeide op in Den Bosch in een orthodox-Joods gezin, kreeg Hebreeuwse les van zijn vader, een reizend leraar jodendom, en kon eerder Hebreeuws lezen dan Nederlands. Al jong was hij actief in de synagoge in Den Bosch, ook nog toen hij al lang en breed in Amsterdam woonde. In de Dintelstraat, op loopafstand van Rosj Pina, toen nog gevestigd aan de Van Ostadestraat. “Vanaf het dak kon ik tijdens Soekot meerdere loofhutten in de tuinen zien staan.” Na Maimonides volgde een studie wiskunde aan de UvA met als specialisatie statistiek. Via zijn docent, professor Hemelrijk (de oud-verzetsman), kreeg hij een baan bij het Centraal Bureau voor de Statistiek waar hij 39 jaar werkte. Inmiddels is hij met pensioen en volop actief in de Joodse gemeenschap. Al jaren is hij voorzitter van de Gerard Dousjoel in de Amsterdamse Pijp, daarnaast werkt hij één dag per week als vrijwilliger in het Joods Museum. Die combinatie, zijn inzet voor de Nederlands-Joodse gemeenschap én bijdragen aan een beter leven voor kwetsbare bevolkingsgroepen in Israël, dat is Abby Israëls ten voeten uit.
Lilith Ebbinge Wubben-van Praag
Op 19 juli 2019 overleed, 93 jaar oud, mevrouw Lilith Ebbinge Wubben–van Praag. Een deel van haar nalatenschap aan Israëlactie had zij bestemd voor ouderenzorg. Wij konden het nieuwe Amigourhuis in Be’er Sheva dan ook verblijden met een mooi bedrag.
Een dame met pit, zo kunnen we Lilith van Praag wel omschrijven. Ze woonde in Schiedam, waar ze al vanaf haar 11e het gymnasium bezocht. Toen in 1940 de oorlog uitbrak, was zij 14 jaar. Vanwege de anti-Joodse maatregelen van de Duitsers mocht ze in 1941 niet langer naar het gymnasium en werd ze overgeplaatst naar een school met uitsluitend Joodse leerlingen in Rotterdam.
Toen de Duitsers begin 1942 voor Joden het dragen van een gele ster verplicht stelden, kreeg haar vader, Marius van Praag, de opdracht die sterren te verspreiden. Hij vond deze klus verschrikkelijk en dus besloot Lilith, zo jong als ze was, haar vader te helpen.
November 1942 werd Marius van Praag van huis gehaald en naar Westerbork gebracht. Een paar dagen later werd ook de rest van het gezin opgehaald. Ze belandden in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Doordat de familie behoorde tot de Barneveldgroep – een lijst met Joden die vanwege hun verdiensten lange tijd van transport naar en Arbeidseinsatz in Duitsland werden vrijgesteld – werden zij al na twee dagen vrijgelaten. Lilith ging vervolgens naar het kantoor van de Gestapo in de Euterpestraat en eiste de vrijlating van haar vader uit Westerbork. Zo geschiedde. Het gezin werd herenigd en vertrok naar kasteel De Schaffelaar in Barneveld, waar een deel van de Joden van de Barneveldgroep verbleef, volledig afgesloten van de buitenwereld. September 1943 kwam er een eind aan dit privilege: Kasteel De Schaffelaar werd ontruimd, de daar verblijvende Joden werden overgebracht naar Westerbork.
September 1944 volgde deportatie naar concentratiekamp Theresienstadt, waar het gezin Van Praag 7 mei 1945 door de Russen werd bevrijd. Lilith vertelde later dat de Russen haar mondjesmaat te eten gaven, om te voorkomen dat ze – na zo lang hongerlijden – door teveel te eten zou overlijden.
In 1946/’47 verblijft Lilith van Praag in Sète, Zuid-Frankrijk. Ze helpt mee om tweehonderd ‘displaced persons’ voor te bereiden op hun vertrek naar Palestina en besluit daarna zelf ook naar het Beloofde Land te gaan. Het schip waarmee ze naar Palestina voer, werd onderschept door de Engelsen. Zo kwam zij op Cyprus terecht, waar zij werkte als verpleegster. Oktober 1947 lukt het haar alsnog per schip Palestina te bereiken. Ook hier wilde ze als verpleegster aan de slag, maar ze kreeg pleuritis. Haar ouders stuurden geld voor een ticket naar huis. Ze bleef uiteindelijk in Nederland en trouwde hier met de jurist Jan Anton Ebbinge Wubben.
Het leven van Lilith Ebbinge Wubben-van Praag is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Haar liefde voor Israël was altijd sterk aanwezig. Via haar nalatenschap levert ze ook na haar overlijden een belangrijke bijdrage aan haar ‘Beloofde Land’.