Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Onze kapper

woensdag 3 januari 24, 12:45

Mijn vrouw en ik gaan naar dezelfde kapper in Ra’anana. Eerst gingen we helemaal naar Tel Aviv waar we een heel betaalbare kapper hadden ontdekt. Die zat vlakbij de plek waar onze oelpan (taalles) zat. Door de corona-ellende heeft die kapper zijn deuren moeten sluiten. Daarna hebben we een korte tijd een kapster aan huis gehad. Een jonge Engelse vrouw die je de oren van je kop kletste. Ze was aardig en ze knipte ook goed, maar ze werd steeds duurder. Daarom zijn we met haar gestopt.

Onze tegenwoordige kapper is ongeveer even lang met ons bezig. Mijn vrouw betaalt echter drie keer zoveel voor een was- en knipbeurt als ik. Zou dat komen omdat vrouwen veel meer over hebben voor een mooi kapsel?

Ron (niet zijn echte naam) spreekt wat Engels, want hij heeft ooit in Londen een opleiding gevolgd. Hij is eigenaar van de kapperszaak, waar zijn vrouw en dochter af en toe wat hand- en spandiensten verlenen. Eerst werden we geknipt door het enige personeelslid dat hij heeft. Juan (niet zijn ware naam) kwam uit Argentinië en sprak wat meer Engels. Hij is echter plotseling verdwenen en Ron kan geen contact meer met hem krijgen, hoewel ze eigenlijk familie van elkaar zijn. Als ik het goed begrepen heb, is één van zijn zusters getrouwd met de Argentijnse kapper.

Sinds het plotselinge vertrek van Juan neemt Ron ons onder handen. Zijn beide ouders komen uit Irak, vertelde hij aan mijn vrouw. Daarom spreekt hij vloeiend Arabisch en hij houdt ervan om naar Arabische plaatsen in Israël te gaan. Daar voelt hij zich thuis. Maar denk nou niet dat hij Israël zou willen verruilen voor een Arabisch land. Geen denken aan. Ron vertelde mij dat hij nauwelijks naar het buitenland gaat om vakantie te vieren. Hij houdt van Israël en er zijn hier voldoende mooie plekken waar hij graag zijn vakantie doorbrengt. 

Uiteraard was de 7e oktober en de voortdurende oorlog in Gaza en halve oorlog in het noorden gespreksonderwerpen tijdens onze laatste knipbeurten. Aan mijn vrouw vertelde hij dat hij na die zwarte 7e oktober een lange periode niet meer naar Tira ging, de dichtstbijzijnde Arabische plaats, waar hij vaak kwam. We zijn er ook een keer geweest en kwamen in een gigantische verkeerschaos terecht. We hebben tijden met de auto stilgestaan of stapvoets gereden. Er was geen parkeerplek te ontdekken, dus we zijn niet uitgestapt. Dat vonden we jammer, want we waren nieuwsgierig geworden naar Tira, omdat de hele vriendelijke Arabische fysiotherapeute van mijn vrouw uit Tira komt.

Onlangs is Ron toch weer even naar Tira geweest. Hij merkte direct dat hij één van de weinige Joodse Israëli’ s was die op bezoek was. Hij voelde zich er niet meer op zijn gemak. Hij werd onvriendelijk bejegend, wat hij niet gewend was. In de Volkskrant stond onlangs een lang artikel over Arabische Israëli’s die niet meer naar Joodse plaatsen durven. Dat was dus maar de halve waarheid. Dat heeft Hamas toch maar mooi voor elkaar gekregen.