Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Aanslag in Raänana

donderdag 18 januari 24, 12:00

Afgelopen maandag (15 januari) werd een aanslag gepleegd in Raänana, onze woonplaats, even ten noordoosten van Tel Aviv. Een Palestijn uit Hebron die illegaal bij een autowasstraat in Raänana werkte, ramde voetgangers met gestolen auto’s en stak op voorbijgangers in met een mes. Hij werd geassisteerd door een neef die ook illegaal Israël was binnengekomen. De twee terroristen hadden na hun wandaad bijna twintig gewonden en een dode vrouw van bijna tachtig op hun geweten. Beiden zijn gearresteerd. Misschien zijn ze nu ernstig teleurgesteld dat ze niet zijn doodgeschoten, want dat levert vast een grotere uitkering op van de Palestijnse Autoriteit. Plus een hogere heldenstatus als islamitische martelaar in Palestijnse kring.

Op het moment van de aanslag waren wij in Tel Aviv om daar een kleindochter op te halen uit de gan (crèche) om vervolgens naar Netanya te rijden om daar twee andere kleinkinderen op te halen. Daarna zouden we met onze kostbare lading naar Raänana rijden om het drietal af te leveren bij de Hollandse school. Een wat weidse benaming voor een lange wekelijkse les van twee en een half uur, met een pauze, om het Nederlands onder de knie te krijgen.

Mijn vrouw wilde net uit de auto stappen om naar de gan te gaan toen we werden gebeld door een goede vriendin uit Tel Aviv. Ze wilde weten of het goed met ons was. Omdat we ons van geen kwaad bewust waren, vroegen we naar de reden van haar onverwachte telefoontje. Ze vertelde dat ze net op het nieuws had gehoord van de aanslag in onze woonplaats. Vervolgens zijn we nog een paar keer gebeld en geappt door vrienden, bekenden en uiteraard onze dochters plus Israëlische schoonzonen die wilden weten of we veilig waren.

Zo gaat dat nu eenmaal in Israël. Mensen zijn zeer betrokken bij elkaar bij aanslagen en sowieso in deze oorlogstijd. Iedereen leeft volop mee met de gegijzelden, soldaten en anderen die ernstig te lijden hebben van Hamas. 

Momenteel is, heb ik begrepen, de grens gesloten voor Palestijnse werkers uit ‘De Gebieden’, wat veel werkgevers in de bouw en andere belangrijke sectoren voor grote problemen plaatst. Hoe deze werker dan binnenkwam, is mij een raadsel. Onze jongste dochter wist te vertellen dat hij een identiteitsbewijs van een ander had gebruikt.

Deze aanslag van de twee neven zal het wantrouwen ten opzichte van Palestijnen van de Westoever (Judea en Samaria, zeggen velen) verder vergroten. Het is natuurlijk koren op de molen van Hamas en andere Israël- en zelfs jodenhaters. Het motief voor de aanslag was de oorlog van Israël tegen Hamas na de gruweldaden van de Gazaanse terreurorganisatie op 7 oktober.  

Door de aanslag zijn we weer met de neus op de feiten gedrukt. De oorlog speelt zich niet alleen af aan de grenzen van het Joodse land, dus met Gaza en Libanon (en ook met de Westoever en het Jemen van de Houthi’s in de verte), het is een oorlog die Israël in het hart wil treffen.