Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Bezoek

dinsdag 23 januari 24, 10:00

Vorige week hadden we een goede vriendin over uit Nederland. Ze heeft een paar nachten bij ons gelogeerd, de rest van haar korte vakantie in Israël verbleef ze bij haar dochter, schoonzoon en ongeveer negen maanden oude kleinzoon in Tel Aviv. Ze heeft geluk gehad, want er was geen enkel alarm meer in Tel Aviv. Bij ons zijn de alarmen al wat langer verleden tijd.

El Al plus Arkia en Israir zijn zo ongeveer de enige luchtvaartmaatschappijen geweest die maandenlang voor een verbinding van Israël met de rest van de wereld hebben gezorgd. De anderen liet het na 7 oktober snel afweten. Inmiddels beginnen de buitenlandse maatschappijen weer voorzichtig op Israël te vliegen. Dat is direct te merken aan de prijzen van de vliegtickets. El Al had een tijd lang het monopolie en volgens de wetten van de economie merk je dat als consument onmiddellijk. El Al zal moeten gaan zakken met de prijzen nu anderen ook weer een graantje willen meepikken van het vliegverkeer naar het Joodse land. Ik begreep dat sommigen zelfs met stuntprijzen komen, omdat ze zo snel mogelijk een deel van de markt die ze kwijt waren, willen heroveren.

Er waren de afgelopen tijd slimmeriken die een reis naar Athene boekten en dan overstapten op een Amerikaanse vliegmaatschappij om langs die weg aanmerkelijk minder te betalen voor een reis naar New York of andere verre bestemmingen.

Het schijnt dat de toestellen van El Al zijn uitgerust met speciale apparatuur waarmee raketten kunnen worden onderschept of zoiets. Dat is een dure hobby, dus het is niet zo raar dat de Israëlische luchtvaartmaatschappij doorgaans wat duurder is dan de rest. Bovendien vliegt El Al niet op sjabbat en Joodse feestdagen, wat geld kost, want ze raken daarvoor klanten kwijt. Anderzijds levert het ook klanten op. Zeker omdat een kosjere maaltijd bij El Al standaard is. Nou ja, mááltijd, de laatste keren dat we met El AL vlogen, kregen we een broodje. Niet onsmakelijk, maar geen warme maaltijd meer. Het kan zijn dat de passagiers in de eerste klas daarmee nog wel verwend worden.

Onze vriendin heeft wat meer in de geldbuidel moeten tasten dan anders, maar dat had ze ervoor over. Ze wilde haar dochter en kleinzoon weer zien. Ook vrienden uit Den Haag waren enige tijd geleden een paar weken in Israël, dus we hadden al gehoord van de forse tarieven. Ook die hadden geluk, want waar ze verbleven (op de hoogte van Netanya) waren net geen alarmen. Aanvankelijk waren zij van plan om te overnachten in Raänana en dan hadden ze kunnen genieten van af en toe een alarm. 

Het zijn vooral familieleden die langskomen in deze oorlogstijd. Toeristen blijven grotendeels weg. Hotels worden nu gevuld door de geëvacueerden uit de grensstreek met Libanon en de ten dele op 7 oktober verwoeste kiboetsiem en mosjaviem rond Gaza.

Vrienden die Israël blijven bezoeken ondanks de oorlog doen je een heel klein beetje vergeten in wat voor situatie we zijn geraakt (gegijzelden! gesneuvelden!) na 7 oktober.