Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Binnen

maandag 26 februari 24, 15:00

Een zwager van één van onze dochters was een tijd in Gaza. Hij was ‘binnen’ (bifniem), zoals hier wordt gezegd. Hij heeft geen gevechtsfunctie, wel een onmisbare ondersteunende functie. Inmiddels is hij weer terug uit Gaza. Hij vertelde zijn broer, de man van onze dochter, dat ook hij heeft geschoten op Hamasstrijders. Naar ik aanneem omdat ze werden aangevallen, want – nogmaals - hij heeft geen gevechtsfunctie.

Zijn vrouw is nog in Gaza. Ook zij heeft een ondersteunende functie. Ze heeft hetzelfde beroep als haar man. Ze hebben beiden na hun verplichte militaire diensttijd bijgetekend om op kosten van het leger te kunnen studeren. Na het afstuderen moeten ze dan terugbetalen door nog een tijd ‘onder de wapenen’ te blijven. 

Het voelt niet prettig als iemand die je kent in Gaza zit ‘als onderdeel’ van de oorlog tegen Hamas. Uiteraard zitten haar ouders veel en veel meer in spanning, net als haar echtgenoot. Dag in, dag uit. Het kan zijn dat ze ook slapeloze nachten hebben.

Zij was door het leger naar Gaza gestuurd, omdat het bij haar taakopdracht hoort. Voor hem gold dat niet. Hij heeft zich vrijwillig opgegeven. Vermoedelijk uit solidariteit met zijn huwelijkspartner. Voor zijn moeder was dat natuurlijk wel even slikken. Als het aan haar had gelegen, was het wellicht niet gebeurd. Dat vrijwillig naar Gaza gaan, bedoel ik dus, maar zoons worden groot en dan heb je als ouder niet meer zoveel over hen te zeggen. Zijn moeder, die ik vrij goed ken, is best patriottistisch, zoals veel Israëli’s. Je vaderlandsliefde wordt wel op de proef gesteld als je kinderen moeten vechten in het leger.

Met de schoonzus van onze dochter, dus degene die in Gaza dient, had ik onlangs een gesprek nadat ze voor het eerst in Gaza was geweest om mee te maken wat de soldaten doormaken. Het was een soort voorbereiding, denk ik, voordat ze voor langere tijd naar Gaza werd gestuurd. Ze liet er niet veel over los, doch ik begreep wel dat ze onder de indruk was van wat Israëlische soldaten daar meemaken. Het was toen nog een soort proeftijd, nu zit ze er al een tijd middenin.

Zij en de broer van onze schoonzoon zouden ergens in oktober trouwen. Alles was helemaal voorbereid. Zoals in Israël gebruikelijk, zou het een groot huwelijksfestijn worden met vele, vele gasten. Dat ging dus niet door vanwege 7 oktober. Ze hebben wel onder de choepa gestaan, want de moeder van de vrouw van het paar stond erop dat het huwelijk in ieder geval werd gesloten. Dan maar later feesten.

Dat feest komt er nu wel aan. Er is een nieuwe datum gepland. Hopelijk is de oorlog dan voorbij, al is de kans groot dat dat een te optimistische inschatting is. Veel in Israël gaat ondanks de oorlog zoveel mogelijk door. Israëli’s vieren nu eenmaal het leven. Misschien wel in de wetenschap dat het zó voorbij kan zijn. Voor die tijd moet je toch wel genoten hebben van het leven!