Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Stilte voor de storm

maandag 15 april 24, 12:00

Vanochtend stond op de voorpagina’s van zowel de Volkskrant als Het Parool dat volgens de Amerikanen het verre Iran op heel korte termijn gaat toeslaan na het ombrengen door Israël van hoge Iraanse commandanten in Damascus.

Het leger is in hogere staat van paraatheid gebracht en op van alles voorbereid, zo krijgen we te horen. Voor de rest gaat iedereen zoveel mogelijk door met zijn of haar gewone leven. Wat moet je anders? Je kan toch moeilijk binnen gaan zitten in de veilig geachte van zwaar beton voorziene schuilkamer in afwachting van een luchtalarm?

Amerikaanse diplomaten die in Israël gestationeerd zijn, mogen niet te ver van huis gaan. En ook wij zijn niet van plan dit weekend een uitstapje te gaan maken. Dat doen we sowieso sinds 7 oktober nauwelijks meer. En toen we het een keertje toch deden, was onze routeplanner totaal in de war. Die gaf aan dat we in Beiroet zaten, terwijl we naar een mooie plek (Ramat Nadiv) onder Haifa waren gereden.

Dat de net genoemde ochtendbladen het over de snel te verwachten aanval van Iran hebben, rechtstreeks of via hun handlangers in Libanon, Syrië, Irak of Jemen, geeft het gevoel dat wordt meegeleefd. Al gaat het die kranten natuurlijk gewoon om het nieuws en zijn ze verder doorgaans niet zo begaan met Israël, wel met de Palestijnen in Gaza.

Onlangs heb ik op verzoek van mijn vroegere collega’s een stukje geschreven over onze emigratie en ons huidige leven in Israël. Dat is geplaatst in het blad van de gepensioneerden van mijn vroegere werkgever. Uiteraard heb ik het over de huidige oorlog in Gaza gehad en hoe de wereld Israël overlaadt met kritiek die ik voor een groot deel als onterecht beschouw.

Tot nog toe zijn er geen vervelende reacties binnengekomen, zo kreeg ik te horen. Integendeel, mijn vroegere leidinggevende en een psychiater die beiden in het groepje zitten dat activiteiten voor pensionado’s organiseert, stuurden mij een hartelijke mail. Mijn ex-leidinggevende schreef zelfs dat mijn column hem uit het hart gegrepen was. Wat hij daar nu precies mee bedoelde, weet ik niet. Daarom heb ik hem een net zo vriendelijke mail teruggeschreven met de vraag wat hem zo raakte.

Vanavond gaan we voor onze vrijdagavondmaaltijd met het gezin naar Tel Aviv. Meestal komen onze in Israël wonende dochters met man en kinderen naar ons toe, doch deze keer zijn we uitgenodigd bij onze jongste dochter. Haar jongste, een echte wildebras, is net vier jaar geworden, dus er valt wat te vieren.

Ook morgenochtend gaan we die kant op, want dan is er nog taart en koffie plus familie van de kant van haar partner. Het kan voor onze vierjarige kleinzoon niet op, want voor kinderen van de gan (crèche) was er een feestje bij de pizzatent bij hen in de buurt. Omdat het onze vaste oppasdag was, waren we er voor het laatste deel bij. Die keer waren we nog niet zo bezig met de mogelijke Iraanse aanval. Nu is dat anders.