Vandaag is het 382 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Terugblik

maandag 9 september 24, 16:40

Zo’n jaar geleden, de ramp op 7 oktober had zich nog niet voltrokken, deden we volop mee aan de demonstraties tegen de juridische hervormingen. Juridische omwenteling, beter gezegd. Ook ik weet dat het Hooggerechtshof in Israël van tijd tot tijd besluiten tegenhoudt die door een democratische meerderheid zijn genomen. Democratie is een hoog goed, maar is niet alles. Rechtstatelijke beginselen zijn nog belangrijker. Israël wil niet alleen een parlementaire democratie zijn, het hoort ook een rechtstaat te zijn, waar grondrechten voorop staan. Iedereen weet dat je op democratische wijze kunt besluiten om de macht in handen te leggen van een autocratische leider die beslist wat goed is voor het volk. Weg democratie.

Aanvankelijk gingen we naar Tel Aviv om daar deel te nemen aan de demonstraties. Gelukkig diende zich ook in Ra’anana de mogelijkheid aan om te demonstreren en dat deden we haast elke zaterdagavond, na sjabbat. Of uitgaande sjabbat, zoals dat heet in Joodse kring. Aan menigeen heb ik moeten uitleggen waarom we daar stonden met een Israëlische vlag in de hoogte.

De trias politica, zo zeggen politicologen, hoort ervoor te zorgen dat de macht in een land verdeeld is. Het gekozen parlement maakt wetten, de regering voert die uit en rechters zien erop toe dat alles volgens de regels verloopt. Daar kun je in beroep als wetten worden overtreden. Zo zit het in grote lijnen.

In Israël is maar voor een deel sprake van de trias politica, omdat in Israël net als in Engeland, het parlement niet echt de regering controleert. Het monisme geldt hier, dat wil zeggen dat de regering voortkomt uit het parlement. Ministers blijven deel uitmaken van de volksvertegenwoordiging, ze stemmen mee. Er is via de zogenaamde Noorse wet de mogelijkheid dat een minister uit de Knesset stapt en zich laat vervangen, maar hij mag altijd terug.

In Nederland bestaat formeel het dualisme, dat wil zeggen dat het parlement tegenover de regering staat. Ministers mogen niet tevens in de volksvertegenwoordiging zitten, afgezien van de periode bij kabinetsformaties. Verder maken dichtgetimmerde regeerakkoorden het parlement eigenlijk monddood.

Vanwege de minder strikte trias politica in Israël is een sterke tegenmacht tegenover de regering die besluiten neemt, dus veel macht heeft, hard nodig. Het Hooggerechtshof heeft die rol op zich genomen. Het Hooggerechtshof is niet alleen de hoogste rechterlijke instantie, het is tevens een constitutioneel hof dat wetten en regeringsbesluiten kan toetsen. Daar komt bij dat Israël nog steeds geen grondwet heeft, slechts een stelsel van basiswetten op weg naar een echte grondwet.

Bij dit alles speelt op de achtergrond de heftige controverse tussen religie en seculier. Religieuzen zien de Tora in wezen als grondwet in tegenstelling tot seculieren die de moderniteit aanhangen.

Wàt verlang ik terug naar de tijd van vóór 7 oktober, al was de verdeeldheid toen ronduit onaangenaam. De oorlog met Hamas (en Hezbollah) zorgde aanvankelijk voor herstel van de eenheid. Die is weg door de kwestie van de gijzelaars waar Hamas luguber gebruik van maakt. De juridische hervormingen zijn overigens weer terug op de agenda.