Vandaag is het 216 oktober

Deze website maakt
gebruik van cookies

bekijk onze algemene voorwaarden

Column Harry Polak

Tot zijn pensionering in 2012 was Harry Polak (1947) als kwaliteitsadviseur werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 maakten hij en zijn vrouw Irith alija: ze emigreerden naar Israël, waar hun jongste dochter toen al woonde en hun oudste later volgde. Na een aantal jaren in Herzliya wonen ze nu in Raänana.
< terug
Portret Harry Polak

Winkelen ondanks de oorlog

woensdag 13 december 23, 10:00

Vanochtend waren we in het fraaie winkelcentrum van Ramat Aviv aan de Einstein 40 in Noord-Tel Aviv. Het schijnt de duurste mall van Israël te zijn. Dit winkelparadijs behoort zelfs tot het duurste segment van winkelcentra in de wereld. Dat zie je ook wel aan alles af. Sjieke winkels, dure merken, alles tip-top onderhouden tot en met de parkeergarage met bijna 1.600 plaatsen aan toe.

We hebben er heerlijk ontbeten en daarna nog wat rondgekeken. Het was er druk en aan het publiek zie je dat de mensen die daar komen, aan geld geen gebrek hebben. Het hele beeld van al dat winkelend publiek en de luxe die de mall uitstraalt, doen je vergeten dat je momenteel te maken hebt met een land dat in oorlog is.

Terwijl iedereen zich tegoed doet aan de mooiste dingen die te koop zijn en tijd heeft om te genieten van een espresso of cappuccino met wat lekkers erbij, vechten niet zo heel veel verderop soldaten voor hun leven om de terroristen van Hamas te verslaan en de topleiders in te rekenen. Plus dat ze op zoek zijn naar gegijzelden.

Als 7 oktober niet was gebeurd, was het Israëlische leger Gaza niet binnengetrokken. Als het ‘slechts’ bij raketten vanuit Gaza was gebleven, zoals tot nog toe het geval was, dan had Israël zoals gebruikelijk alleen teruggeslagen met precisiebombardementen. Ook dodelijk en verwoestend, maar niet zo desastreus als wat er nu gebeurt.

Ik weet nog goed dat we op de maandag direct na de Zwarte Zaterdag in het winkelcentrum van Herzliya waren om water in te slaan, zoals aangeraden door het Home Front (een soort Bescherming Burgerbevolking). Het centrum, dat beslist niet zo luxueus is al dat in Ramat Aviv, al mag dat van Herzliya er ook best zijn, leek een spookhuis. Zo ongeveer alles was dicht. Slechts de grote supermarkt, de drogisterij plus apotheek van Superpharm en zowaar een speelgoedzaak waren open. In de supermarkt waren wij een grote uitzondering met onze flessen water en niet heel veel meer dan dat. Het was stampvol en haast iedereen stond te hamsteren met uitpuilende supermarktkarren voor de kassa’s met filevorming als gevolg.

Ik heb geen idee hoe het op dat moment was in de mall van Ramat Aviv. Ik vermoed dat het ook daar beduidend stiller was dan normaal en dat veel zaken gesloten waren. Die tijd is voorbij. Israël heeft zich ingesteld op een leven met vaak (rond Gaza en in het noorden), af en toe (zoals bij ons in Ra’anana) of zelfs geen luchtalarm (Netanya en verder). 

Er wordt volop getreurd om de doden en de gegijzelden die nog niet terug zijn. En er wordt ook weer geleefd alsof er bijna niets aan de hand is. Israël is altijd een land van uitersten geweest. Nu valt het nog meer op dan anders.